Voorlichting
Herman Finkers Voorlichting
Onze zesde klas der jongensschool vond een onbeheerd,
Een eigenaardig boekje waarin heel wat werd beweerd.
De plaatjes waren ook niet van preutse origine,
Je kon als je goed keek de eierstokken zien.
De aandacht voor de les was door die plaatjes afgedwaald,
En daarom had de meester er de pater bij gehaald.
Meester zei dat pater wat kwam praten met de klas,
En dat paters praatje voorlichting was.
Voorlichting, dat klonk als een heel belangrijk woord,
En ademloos hebben wij de pater aangehoord.
Na afloop zei de pater, stel je vragen maar,
Schaam je nergens voor, heus geen enkele vraag is raar.
We hadden geen idee waar pater 't over had gehad,
Heus geen enkele vraag is raar, maar niemand vroeg er wat.
Uiteindelijk is er dan toch nog een vinger opgegaan,
Pater waarom is er geen water op de maan.
De pater die vertelde van de dampkring en zo meer,
Maar daarna keerde in de klas die vreemde stilte weer.
We stelden nog een vraag omtrent het suikerwinproces,
En dat was dan het einde van de sexuele les.
Autor(es): Herman Finkers
