Pater Moeskroen

Arme Muzikant


Imprimir canciónEnviar corrección de la canciónEnviar canción nuevafacebooktwitterwhatsapp

In Dublin op een avond op een doorgezakte kruk, in de hoek van een café het was er warm het was druk.
En niemand die hem hoorde, niemand keek hem aan, z'n gitaar klonk als verbeten niemand die hem kon verstaan.
Hij zong elke dag hetzelfde liedje.
Dat hij nog nooit op één correctheid was betrapt,
En over hoe het dan wel anders zou moeten ja, en dat geen mens een donder van het leven snapt.
Hij ratelde maar door, hij werd bijna opstinaat.
De mensen moesten lachen, er werd over hem gepraat.
Dat hield hem niet tegen hij ging door met zijn relaas.
Ze noemden hem malloot, dronkaard adekwaad.
En hij zong elke dag hetzelfde liedje, dat hij nog nooit op één correctheid was betrapt,
En over hoe het dan wel anders zou moeten ja, en dat geen mens een donder van het leven snapt.

Maar vanavond blijft het leeg op die doorgezakte kruk,
in de hoek van het café, het is er warm het is druk.
Hij heeft een bordje neergezet, waarop geschreven staat: wie mij ooit wil begrijpen is waarschijnlijk al te laat.
Wie mij ooit wil begrijpen is waarschijnlijk al te laat.
En hij zong elke dag hetzelfde liedje, dat hij nog nooit op één correctheid was betrapt,
En over hoe het dan wel anders zou moeten ja,
en hij zong elke dag hetzelfde liedje, dat hij nog nooit op één correctheid was betrapt,
En over hoe het dan wel anders zou moeten ja.
Hij zong elke dag hetzelfde liedje, dat hij nog nooit op één correctheid was betrapt,
En over hoe het dan wel anders zou moeten ja, en dat geen mens een donder van het leven snapt.