Osdorp Posse

De Pruimenboom


Imprimir canciónEnviar corrección de la canciónEnviar canción nuevafacebooktwitterwhatsapp

Jantje zag eens pruimpjes hangen,
O! Als eieren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
Schoon zijn vader het hem verbood.
"Hier is," zei hij, "noch mijn vader,
Noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo volgeladen,
Mist men vijf, zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
En niet plukken: ik loop heen,
Zou ik, om een hand vol pruimen,
Ongehoorzaam wezen? Neen."
Voort ging Jantje: maar zijn vader,
Die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het lopen tegen
Voor aan op het middelpad.
"Kom mijn Jantje," zei de vader,
"Kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
Nu heeft vader Jantje lief."
Daarop ging Papa aan het schudden,
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
En liep heen op een galop.