
Moeders ik smeek je
Moeders, ik smeek je.
Maak toch van je baby's geen cowboy's.
Met een oude gitaar.
Of het stuur van een truck.
Vind je maar zelden, het ware geluk.
Moeders, ik smeek je.
Maak toch van je baby's geen cowboy's.
Ze zijn altijd alleen,
met geen mens om zich heen.
Gaan onder hun vrijheid gebukt.
Een cowboy is iemand die zwerft, langs eind loze wegen.
Vroeger te paard, maar nu met een stuur in zijn hand.
Op een oude gitaar, zit hij vaak wol weemoed te spelen.
Hij wordt zelden begrepen, en doolt eenzaam rond.
Verweg van zijn thuis en zijn land.
Moeders, ik smeek je.
Maak toch van je baby's geen cowboy's.
Met een oude gitaar.
Of het stuur van een truck.
Vind je maar zelden, het ware geluk.
Moeders, ik smeek je.
Maak toch van je baby's geen cowboy's.
Ze zijn altijd alleen,
met geen mens om zich heen.
Gaan onder hun vrijheid gebukt.
Door de bloedhete zomerse nachten rijd hij moe en zwetend.
Terwijl sommigen denken, wat verdient die z'n poen met gemak.
Zij die hem niet kennen, die mogen hem niet.
Maar zij die dat wel doen, die weten, die werkt voor wat die waard is.
En niet voor de lol, want het is toch tenslotte z'n vak.
Moeders, ik smeek je.
Maak toch van je baby's geen cowboy's.
Met een oude gitaar.
Of het stuur van een truck.
Vind je maar zelden, het ware geluk.
Moeders, ik smeek je.
Maak toch van je baby's geen cowboy's.
Ze zijn altijd alleen,
met geen mens om zich heen.
Gaan onder hun vrijheid gebukt.