Onderweg
Kijk me 's aan
heb jij gedacht dat we hier samen zouden staan
zij aan zij
Ik kan het niet geloven
Hoe vaak ben ik niet bijna bij je weg gegaan,
of jij bij mij
Maar steeds als je bijna buiten was
dan pakte ik je handen vast
en jij kwam terug
En steeds wanneer ik zei dat ik zou gaan
kwam jij me toch weer achterna
en nooit heb ik spijt gehad, nooit een moment
Dus waarom zeg je me nu dat het over is
en waarom weet je het zeker
als het water ons samen tot de lippen stond
of een van of tweeen het niet leuk meer vond
was er altijd die ander die zachtjes zei
ik hou zoveel van jou
zoveel van jou
Kijk mij eens aan
we hebben samen zo vaak in de storm gestaan,
in de zee
met huizenhoge golven
we waren sterker dan de krachtigste orkaan,
met z'n tweej
Steeds als ik haast verdrinken zou
dan klamte ik me vast aan jou
en jij was daar
of ik kwam naar je toe en ving
jou op als je bijna onderging
en nooit heb ik spijt gehad
nee nooit een moment
En waarom zeg je me nu dat het over is
en waarom weet je het zeker
als het water ons samen tot de lippen stond
of als een van of tweeí«n het niet leuk meer vond
was er altijd die ander die zachtjes zei
ik hou zoveel, ik hou zoveel van jou
zoveel van jou
