
Waarom
Waarom
Ik ben een warhoofd, ik vergeet waar ik al mn spullen leg.
Hoe die man ook alweer heet, hoe ging ook alweer dat lied.
Heb ik nou een afspraak of niet? De bowl is altijd kwijt, ik zie nooit wat een ander ziet, verlies zelfs de tijd. Dus
Waarom kan ik dan wel zn stem onthouden?
Het allereerste woord dat hij toen zei het was een lichte lentedag de eerste week van mei.
Waarom weet ik dat nog wel, blijft dat me altijd bij.
k Weet nooit wat ik bij zomertijd met de klok moet doen.
Ik zie het bos niet meer door de bomen die daar staan.
Waar is mn jas nou weer k heb em aan.
Ik heb een lijst gemaakt, maar wat heb ik daar nou meegedaan?
Alweer kwijtgeraakt. Dus
Waarom kan ik dan wel zn blik onthouden?
Zo vastberaden zwijgend stond hij daar, we leken wel weer kinderen, we keken naar elkaar.
Waarom weet ik dat nog wel eigenlijk heel raar.
Raar dat ik dat nooit vergeet.
Dat ik daar alles nog van weet, het enige wat ik altijd onthoud.
Nu na jaren ben ik pas de vrouw die ik in zn ogen was.
De vrouw die ik pas later worden zou.
Waarom kan ik dan wel zn geur onthouden?
k Ruik nog de begeerten op zn huid, zn handen op mn blote lijf.
Ik voelde me zn bruid.
Waarom kan ik zn liefde wel onthouden?
Hoe ik van hem hield.
En hoe hij zei: t is uit.