Fantine's Dood
Cosette, het is al laat.
Cosette, je moet naar bed gaan.
De dag is stuk gespeelt door jou,
straks komt de nacht.
Kom Cosette, het wordt al langzaam donker.
Zie een eerste ster is al aan 't flonk'ren.
Droom maar weg, beschut tegen m'n schouder.
De tijd vliegt door de vingers heen, 't wordt elke keer wat kouder.
'k Houd je warm, kom veilig bij me schuilen.
Hoor de wind door winterbomen huilen.
Het wordt duister, maar maak je maar geen zorgen, ik zing voor jou een slaaplied en ik wek je in de morgen.
Valjean:
O Fantine, ons rest nog weinig tijd
maar Fantine, ik zweer bij mijn bestaan.
Fatine:
Kijk monsieur, de kinderen spelen blij.
Valjean:
Vind de rust, vind de rust voor altijd.
Fantine:
Mijn Cosette.
Valjean:
Ik zal me over haar ontfermen.
Fantine:
Neem haar mee.
Valjean:
Het zal haar aan niets ontbreken.
Fantine:
U Monsieur, gezonden uit de hemel.
Valjean:
Zolang ik leef, zal ik haar tegen al het kwaad en pijn beschermen.
Fantine:
Neem mijn hand
ik krijg het steeds maar kouder.
Valjean:
Dan hou ik je warm.
Fantine:
Bij de god, die alles heeft geschapen...
Valjean:
Kom schuilen voor de storm.
Fantine:
Blijf bij mij tot ik ben ingeslapen
en zeg Cosette, dat ik haar weer zal zien
als ik ontwaak.