Was ik maar een dichter


Was ik maar een dichter, dan beschreef ik mijn gevoel.
Wat jij met me doet, en wat ik voor jou voel.
In gewone taal lukt mij dat niet, wat ik het ook probeer.
In een gedicht lees jij, hoe ik me bedoel.

Dat ik jou lief heb, dat ziet echt iedereen.
Ben jij er even niet, dan voel ik me zo alleen.
Als ik kon dichten schreef ik met mijn hart.
Een mooi gedicht voor jou,
Waarin jij lezen kon, hoeveel ik van je hou.

Waar in de zon steeds schijnt, en de wint jou haren streelt.
Waar een wereld zingt, en jou lach nooit meer verdwijnt.
Waarin ik zo kon zijn, dat ik in jou hart, de ware man zou zijn.
Dat ik van je hou, staat in een eindeloos refrein.

Ik zou willen schrijven, wat mijn mond niet zeggen kan.
Met mijn hart schreef ik dan voor jou een mooie roman.
Maar helaas ik kan geen dichter zijn, maar ik schrijf met mijn gevoel.
Toch een klein gedicht, zodat je weet hoe ik me voel.

Waar in de zon steeds schijnt, en de wint jou haren streelt.
Waar in een wereld zing en jou lach nooit weer verdwijnt.
Waarin ik zo kon zijn, dat ik de ware man zou zijn.
Dat ik van je hou, staat in een eindeloos refrein.

Waarin ik zo kon zijn dat ik in jou hart de ware man zou zijn,
Dat ik van je hou, staat in een eindeloos refrein.
Dat ik van je hou, staat in een eindeloos refrein.