
Hondenkoor
In het circus hebben wij een hond, die is muzikaal, je staat verstomd.
Hij blaft op toon en in de maat, luister maar hoe dat gaat.
Laatst vroeg hij aan een prachtbouvier: Zing jij een keertje met me mee. Jij hebt voor mij een barriton. Toen zongen ze dit chanson.
Toen kwam er ook een pekinees. Die was altijd sopraan geweest. Ook zij zingt in het hondenkoor. En zo gingen ze door.
Er kwam ook nog een poedel bij, die blafte toen de alpartij. We bedachten toen een naam ervoor: 't Urker Hondenkoor!.
Toen kwam er een impresario, die bracht ze in de studio. Ze maakten daar hun eerste plaat. Luister maar hoe dat gaat!
Maar toen is er iets naars gebeurd. Een ieder heeft dat erg betreurd. Een kat kwam in de studio. En toen klonk het er zo.