Ik zweer dat ik mijn leven geef
Jij die ik in mijn armen hield, jij,
Kijkt me met grote ogen aan.
Kleine man, jij kunt er van op aan,
Dat ik voor jouw mijn leven geef.
Jij kwam ter wereld ongevraagd,
Jij mag niet weten van de pijn.
En hoe gemeen de mensen zijn,
Ik zweer dat ik mijn leven geef.
De liefde ging de angst voorbij,
Dat het echt liefde was bewijs toch jij.
Toen in die ene nacht, die ik nooit meer vergeet,
Toen wist ik wat ik deed.
Ik geef je echt alles wat ik zelf nooit had,
Ik geef je een wereld die ik nooit bezat.
Jij zult zijn wie jij wilt zijn, jij,
Jij wordt gezegend door het lot.
Zolang jij kansen hebt, mijn god,
Zweer ik dat ik mijn leven geef.
Soms wordt ik wakker,
Tastend naar hem.
Ik voel zijn schaduw langs mij gaan,
Maar in het zilver van de maan.
Was het een geest die ene nacht,
Waardoor mijn lichaam huilt en lacht.
Nee, het is zijn kind ik kijk opzij,
Oh God, breng Chris terug bij mij.
Jij zult een zijn wie jij wilt zijn,jij,
Jij wordt gezegend door het lot.
Dat zal mijn opdracht zijn mijn God,
Ik zweer dat ik mijn leven geef.
Ik zal zorgen dat jij overleefd.
Ik zweer dat ik mijn leven geef.
Ensemble:
Geen huis, geen thuis.
Geen kans, geen licht.
Geen hoop, geen zicht.
