
Schaatslied (Amme nooit weer)
We wilden gaan schaatsen, dat doen wij wel meer.
Maar na twintig keer kleunen, deed alles al zeer.
We moesten elf steden, dat kon met gemak.
Maar na drie berenburgjes, dook ik recht in een wak.
Schaatsen, nee schaatsen, dat kan ik nooit weer.
M'n spieren verrekt, voor de zoveelste keer.
Kleunen, nee kleunen ook dat viel niet mee.
Zat veel liever thuis, op de bank voor tv.
We wilden naar Dokkum, zo ver is dat niet.
Maar we raakten, verdwaalt langs de kant in het riet.
Vergaten de scheuren, je weet hoe dat gaat.
Iedereen stond te joelen, om m'n mooie spagaat.
Schaatsen, nee schaatsen, dat doe ik nooit weer.
M'n spieren verrekt, voor de zoveelste keer.
Kleunen, nee kleunen ook dat viel niet mee.
Zat veel liever thuis, op de bank voor tv.
We wilden elf steden, daar gingen we voor,
Nog een twintig tal bruggen, er snel onder door.
Maar vergaten te bukken, door al dat gejoel.
En een staande ovaatsie voor die bult op m'n smoel.
Schaatsen, nee schaatsen, dat doe ik niet weer.
M'n spieren verrekt, voor de zoveelste keer.
Kleunen, nee kleunen ook dat viel niet mee.
Zat veel liever thuis, op de bank voor tv.
We wilden toen verder, naar de Bonkevaart.
Maar't bestuur liet ons stoppen, we waren dagen te laat.
Dat we zo moesten leiden, dat vergeet ik dus nooit.
Ook het laatste stuk zwemmen, waar het ijs was gedooid.
Schaatsen, nee schaatsen, dat doe ik nooit weer.
M'n spieren verrekt, voor de zoveelste keer.
Kleunen, nee kleunen ook dat viel niet mee.
Zat veel liever thuis, op de bank voor tv.
Schaatsen, nee schaatsen, dat doe ik nooit weer.
M'n spieren verrekt, voor de zoveelste keer.
Kleunen, nee kleunen ook dat viel niet mee.
Zat veel liever thuis, op de bank voor tv.
Schaatsen, nee schaatsen, dat doe ik nooit weer.
M'n spieren verrekt, voor de zoveelste keer.
Kleunen, nee kleunen ook dat viel niet mee.
Zat veel liever thuis, op de bank voor tv.
Zat veel liever thuis, op de bank voor tv.