Och Was Ik Maar


Toen ik van verlof kwam, trof ik in de trein
't Allerliefste meisje, die mooie Madelein
'k Heb m'n hart verloren, zij gaf mij haar woord
Ze heeft me trouw gezworen bij 't afscheid aan de poort

Och was ik maar
Bij moeder thuis gebleven
Och was ik maar
Met jou niet meegegaan

Och had ik naar jouw ogen niet gekeken
Dan had mijn hart nu niet zo'n pijn gedaan
Ik kan niet slapen en niet eten
Want ik kan je niet vergeten, met je rode mond
Je blauwe ogen, je haar zo blond

Och was ik maar
Bij moeder thuis gebleven
Och was ik maar
Met jou niet meegegaan

Het was toch afgesproken: morgenavond weer
Ze heeft mijn hart gebroken, beminde mij niet meer
In het maneschijntje zag ik hand in hand
Mijn mooie Madeleintje met m'n sectiecommandant