Dirkie
DIRKIE
Hij heete Dirkie een aardig joch.
Met zn haren door elkaar
Hij heete Dirkie ontwetend nog
Om en nabij de negen jaar
Elke dag ging hij vissen zat hij verloren in het riet
En trotseerde de koude maar zo,n joch dat voelt dat niet
Altijd alleen en zelfs geen vriendjes de stilte die de tijd verslind
Tot ie weer naar huis toe slentert alsof tie nergens warmte vind
Refrein:
Met zn laarzen in de modder sloop ie naar zn stekkie toe
Zn spijkerbroek vol met vlekken nee Dirkie was nog lang niet moe
En dan zat hij in de stilte dromend in het hoge riet
t leek of,t water wilde zeggen, Dirkie waarom kom je niet
Refrein:
t was op een middag in die zomer dat hij niet meer naar huis toe kwam
Der had niet eens een plons geklonken alsof tie pijnloos afscheid nam
Alleen het riet was zijn getuige zn hengel lag ter met wat snoer
Hoe kan ik Dirkie ooit vedrgeten hij was wel stil maar toch zo stoer
Refrein:1 X en slot
Tekst: John Collee Muziek: Henk Wijngaard