Julie an


Hij vergat steeds meer dingen, steeds vaker.
Maar dal de wil, was kras voor zijn jaren.
En in het huis, dat nooit echt thuis zal worden.
Leek het of ie wat vooruit zat te staren.
Maar wreef die over z'n ring, kwam de herinnering.
Als de wint, door z'n weinige haren.
En zo zacht, dat alleen zij het hoorde.
Sprak hij fluisterend, deze woorden.

Soms lieve An, is de wereld zo boos.
En dan droom ik van dagen van toen.
En ik denk dan maar, steeds weer dichter bij jou.
Bij het verstrijken, van ieder seizoen.
En het vel waar in ik al, tachtig jaar stee.
Is niet meer bestand tegen de wereldse kou.
Al zijn m'n botten versleten, this fijn om te weten.
Dat mijn hart, veilig thuis is bij jou.

Alle dingen, die vandaag nog gebeurden.
Vervagen, al snel in zijn hoofd.
De kalender, waar we allen naar leven.
Is als as, in de kachel gedoofd.
Maar de dagen van toen, de aller eerste zoen.
Het moment, dat hij haar trouw beloofde.
En haar liefde, hem deed blozen.
Zijn zo helder, als de douw, op de rozen.

Soms lieve An, is de wereld zo boos.
En dan droom ik van dagen van toen.
En ik denk dan maar, steeds weer dichter bij jou.
Bij het verstrijken, van ieder seizoen.
En het vel waar in ik al, tachtig jaar stee.
Is niet meer bestand tegen de wereldse kou.
Al zijn m'n botten versleten, this fijn om te weten.
Dat mijn hart, veilig thuis is bij jou.

Al zijn m'n botten versleten, this fijn om te weten.
Dat mijn hart, veilig thuis is bij jou.
Hmmmm hmmmm hmmmm hmmmm hmmmmm.